In deze sectie kunt u de belangrijkste gegevens en bronnen raadplegen die tijdens het Belgische NBA-proces worden gebruikt. De informatie is georganiseerd volgens de UNGP’s. Indien u informatie of documentatie wilt verstrekken die relevant is voor het team, kunt u deze link gebruiken.
Pillar 1 – Staat
Om de rol van de staat te beoordelen, zal het team de regelgeving en het beleid van België in drie domeinen verzamelen en beoordelen:
1. Cruciale gebieden voor de UNGP’s
- Verantwoording/aansprakelijkheid van bedrijven
- Bedrijfsstructuren, bestuur en partnerschap
- Bescherming van de arbeid
- Milieubescherming
- Bescherming van land en eigendommen
- Belastingontduiking en belastingontwijking
- Handel en investeringen (inclusief portefeuillebeleggingen)
- Maatregelen tegen omkoping en corruptie
- Antidiscriminerende maatregelen
- Toegang tot informatie en gegevensbescherming
- Consumentenbescherming
- Mensenhandel en moderne slavernij
2. Economische context:
Het team zal ook documentaire bronnen verzamelen om de vooruitgang te beoordelen van de regelgevende- en uitvoeringsmaatregelen in tien belangrijke economische sectoren voor België, die ook in Pijler II zullen worden geëvalueerd:
- Bouw
- Diamanten en edelmetalen
- Metalen
- Detailhandel
- Textiel
- Voedsel
- Openbare nutsbedrijven
- Elektronica
- Chemie en farmacie
- Transport
3. Verband tussen staat en bedrijfsleven
Het team zal informatie verzamelen over de manier waarop België (op alle overheidsniveaus) de UNGP’s heeft geïmplementeerd in zijn economische relaties met bedrijven in de volgende gebieden:
- Duurzame overheidsaanbestedingen
- Publiek-private partnerschappen (PPS)
- Staatsbedrijven (SOC)
- Bedrijven die openbare en sociale diensten verlenen
- Belgische overheidsinstellingen die bedrijven ondersteunen door middel van bijvoorbeeld het toekennen van keurmerken, preferentiële kredieten, verzekeringen, licenties of door middel van mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking waarbij bedrijven betrokken zijn.
De informatie zal voornamelijk worden verzameld via officiële websites en de in België geldende wet- en regelgeving. Het team zal ook interviews afnemen met relevante ambtenaren om bijkomende gegevens te verzamelen over de manier waarop België de UNGP’s uitvoert. Aanvullende informatie kan ook worden verstrekt door contact op te nemen met het team via: info@nationalbaselineassessement.be.
Pillar 2 – Bedrijven
Pijler II richt zich op de verantwoordelijkheid van bedrijven om de mensenrechten te respecteren. Het beoordelen van de (effectiviteit van) de inspanningen van bedrijven om in lijn te zijn met de UNGP’s is om verschillende redenen een uitdaging. Gedetailleerde informatie over hoe bedrijven omgaan met hun verantwoordelijkheden ten aanzien van mensenrechten en hoe zij deze verantwoordelijkheden in de praktijk omzetten, is beperkt. Bovendien varieert de publiek beschikbare toegang afhankelijk van de grootte van een bedrijf, de wettelijke vereisten en de maatschappelijke druk waarmee het wordt geconfronteerd, sectorale normen, enz. Ten slotte, als de NBA een representatief beeld van de praktijken van deze diverse actoren zou willen schetsen, zou een grote steekproef van bedrijven nodig zijn, wat niet haalbaar is in het kader van deze oefening.
- Het NBA-team koos voor een combinatie van een UNGP-readiness assessment (op basis van de CHRB Core UNGP Indicator Assessment methodologie) van een steekproef van 30 bedrijven in 10 economische sectoren (zie pijler 1), samen met andere strategieën voor gegevensverzameling. Gezien de aanscherping van de internationale regelgeving kan het CHRB-kader waardevolle (zij het eerste) inzichten verschaffen over de vraag of (Belgische) bedrijven voorbereid zijn op een strengere regelgeving op het gebied van bedrijven en mensenrechten. Met andere woorden, het vertelt ons iets over hun ‘UNGP-readiness’ gezien de aankomende regelgevende initiatieven op nationaal en EU-niveau, maar ook in termen van hun vermogen om te reageren op de veranderende maatschappelijke verwachtingen op het gebied van bedrijven en mensenrechten in het algemeen.
Ondanks de duidelijke sterke punten van de CHRB-methode – vooral wat betreft de haalbaarheid, de reproduceerbaarheid en de vergelijkbaarheid – heeft deze een aantal nadelen. De methode richt zich uitsluitend op formeel beleid en formele procedures en voorziet niet in primaire gegevensverzameling. Deze focus is afgestemd op de activiteiten van grote (multinationale) bedrijven, die dergelijke formele strategieën kunnen ontwikkelen en implementeren.
- Hoewel de studie geen uitgebreid primair onderzoek naar de specifieke uitdagingen voor het KMO’s overweegt, zal er een apart hoofdstuk aan worden gewijd. Dit deel zal een beknopt overzicht geven van de bestaande literatuur over het KMO’s en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) (die inzicht kan genereren in de barrières en mogelijkheden voor het KMO’s om aan de slag te gaan met Human Rights Due Diligence (HRDD). Daarnaast zullen korte casestudies worden gepresenteerd van KMO’s die een meer systematische benadering van mensenrechten ontwikkelen.
- Een literatuurstudie en geselecteerde interviews met sleutelinformanten vullen de gegevensverzameling verder aan om een overzicht te krijgen hoe Belgische bedrijven met de UNGP’s omgaan, met inbegrip van een macro-evaluatie van het relevante beleid, initiatieven op sectoraal niveau en institutionele ondersteuningsstructuren en -capaciteiten.
Aanvullende informatie kan ook worden verstrekt door contact op te nemen met het team via: info@nationalbaselineassessment.be.
Pillar 3 – Toegang tot rechtsmiddelen
1. Het team zal voornamelijk wet- en regelgeving en jurisprudentie verzamelen om pijler III te beoordelen, met als doel het identificeren van belemmeringen/beperkingen die rechthebbenden of slachtoffers tegenkomen bij het verkrijgen van:
- Effectieve toegang tot de rechter. Dit zijn de juridische, financiële, administratieve of procedurele belemmeringen of leemten in het gebruik van gerechtelijke en buitengerechtelijke mechanismen om verhaal te halen. In het bijzonder:
- Of de rechthebbenden toegang hebben tot rechtsbijstand.
- Of België middelen heeft toegewezen en programma’s heeft geïmplementeerd om administratieve en gerechtelijke autoriteiten te trainen in het aanpakken van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen.
- Of België de slachtoffers steunt bij het verzamelen van bewijsmateriaal tegen bedrijven.
- Of de slachtoffers een klacht kunnen indienen voor schendingen van de mensenrechten in derde landen die worden veroorzaakt door bedrijven met een hoofdkantoor in België.
- Of andere belanghebbenden (bv. UNIA of Myria, NGO’s en slachtofferverenigingen) in staat zijn om juridische claims in te dienen in gevallen van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen met een aanzienlijke sociale impact.
- Of de rechthebbenden of de slachtoffers nu een collectieve klacht kunnen indienen bij de gerechtelijke autoriteiten.
- Effectieve herstelmaatregelen (remedy): De volgende informatie is nodig:
- Welke rechtsmiddelen kunnen slachtoffers in België krijgen voor bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen?
- Voldoen deze rechtsmiddelen aan de parameters van de internationale mensenrechtenwetgeving?
- Worden de slachtoffers geconfronteerd met corrupte administratieve of gerechtelijke ambtenaren?
2. Het team zal ook informatie verzamelen uit andere niet-juridische bronnen, zoals beleidsdocumenten, verslagen van relevante handhavingsinstanties of van maatschappelijke organisaties, aanbevelingen en enquêtes, academische tijdschriften en kranten om de informatie over de regelgeving aan te vullen, meer specifiek met betrekking tot de volgende onderwerpen:
- Concrete acties die door de Belgische autoriteiten worden uitgevoerd om de rechthebbenden of de slachtoffers passende mechanismen voor de toegang tot rechtsmiddelen te bieden. De belangrijkste gegevens hebben betrekking op de volgende aspecten:
- of de Belgische autoriteiten een concreet beleid hebben gevoerd dat erop gericht is de toegang tot een doeltreffend rechtsmiddel voor slachtoffers van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen te garanderen.
- Of de Belgische overheidsorganen acties uit het eerste NAP (2017) hebben gerealiseerd
- Of de Belgische autoriteiten een versterkte bescherming bieden aan kwetsbare/marginale gemeenschappen uit België en uit derde landen.
- of de Belgische autoriteiten stappen hebben ondernomen om vergeldingsacties tegen eisers te voorkomen.
- Of de Belgische autoriteiten nu initiatieven van meerdere belanghebbenden steunen, of (sectorale) bedrijfsorganisaties om op operationeel niveau klachtenmechanismen in te voeren die een bevredigende oplossing voor de slachtoffers kunnen bieden.
- Concrete acties die door de Belgische autoriteiten worden uitgevoerd om de rechthebbenden of de slachtoffers passende mechanismen voor de toegang tot rechtsmiddelen te bieden. De belangrijkste gegevens hebben betrekking op de volgende aspecten:
- of de Belgische autoriteiten een concreet beleid hebben gevoerd dat erop gericht is de toegang tot een doeltreffend rechtsmiddel voor slachtoffers van bedrijfsgerelateerde mensenrechtenschendingen te garanderen.
- Of de Belgische overheidsorganen acties uit het eerste NAP (2017) hebben gerealiseerd
- Of de Belgische autoriteiten een versterkte bescherming bieden aan kwetsbare/marginale gemeenschappen uit België en uit derde landen.
- of de Belgische autoriteiten stappen hebben ondernomen om vergeldingsacties tegen eisers te voorkomen.
- Of de Belgische autoriteiten nu initiatieven van meerdere belanghebbenden steunen, of (sectorale) bedrijfsorganisaties om op operationeel niveau klachtenmechanismen in te voeren die een bevredigende oplossing voor de slachtoffers kunnen bieden.
3. Het team wil graag empirisch bewijs verzamelen met betrekking tot andere lacunes of obstakels die in de praktijk door belanghebbenden, rechthebbenden of slachtoffers zijn geïdentificeerd om effectieve toegang tot herstel te krijgen. Daarom kan aanvullende concrete informatie worden verstrekt door contact op te nemen met het team via: info@nationalbaselineassessment.be.
Beleidscoherentie
In dit deel wordt het beleid van België ter ondersteuning van de naleving van de internationale en regionale mensenrechtennormen geëvalueerd. Het zal betrekking hebben op:
Horizontale en verticale beleidscoherentie
Voor deze taak zal het team relevante documenten beoordelen die werden opgesteld in het kader van het Nationaal Actieplan voor het bedrijfsleven en de mensenrechten en in andere contexten, en die betrekking hebben op de volgende acties die door de Belgische staat worden ondernomen:
- Publicatie en communicatie van schriftelijke toezeggingen aan het bedrijfsleven en de mensenrechten.
- Ontwikkeling van een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden.
- Verstrekking van ondersteunend materiaal en opleiding om de rol van de verschillende bedrijfsafdelingen bij de bevordering en bescherming van de mensenrechten te helpen verduidelijken.
- Verstrekking van specifieke informatie over de bescherming van de mensenrechten en hoe dit zich verhoudt tot internationale en regionale verplichtingen en verbintenissen.
- Het ondersteunen van verantwoordelijke entiteiten of kantoren met voldoende middelen.
- Naast de beoordeling van documenten kunnen ook andere bronnen in aanmerking worden genomen, zoals SDG-gerelateerde verslagen.
Beleidscoherentie in staatsovereenkomsten met ondernemingen
In dit deel zal een soortgelijke methodologie worden gebruikt als bij pijler I, maar zal de aandacht specifiek worden gericht op:
- Bindende en niet-bindende internationale, Europese en nationale regelgevingskaders inzake mensenrechtenclausules in overeenkomsten tussen de staat en bedrijven.
- Overwegingen op het gebied van mensenrechten en verantwoord contracteren in overeenkomsten tussen staatsbedrijven in België en de gastlanden.
- Het vergroten van de synergieën tussen het overheidsbeleid op het gebied van het bedrijfsleven en de mensenrechten en andere onderwerpen (bijvoorbeeld het bevorderen van een op mensenrechten gebaseerde duurzame ontwikkeling).
Conflict- en risicovolle gebieden (CAHRAs)
Het team zal de rol van de Belgische staat evalueren om ervoor te zorgen dat bedrijven die actief zijn in conflict- en risicovolle gebieden (CAHRA’s) niet betrokken zijn bij schendingen van de mensenrechten. Het team zal onderzoeken in hoeverre de huidige Belgische praktijken, wetgeving, regelgeving en handhavingsmaatregelen het risico van betrokkenheid van bedrijven bij grove mensenrechtenschendingen aanpakken. De rol van België in sectorale initiatieven zal ook worden geëvalueerd. Het team analyseert ook de mate waarin de bijstand van België aan bedrijven hen helpt om de verhoogde risico’s op schendingen aan te pakken.
De gegevens zullen worden verzameld door middel van een literatuurstudie van wetten, voorschriften, beleid, richtlijnen en initiatieven op sectoraal niveau. Interviews met sleutelinformanten zullen deze gegevensverzameling aanvullen. Aanvullende informatie kan ook worden verstrekt door contact op te nemen met het team via: info@nationalbaselineassessement.be.
Het team zal ook de inspanningen van Belgische bedrijven om te voldoen aan de UNGP’s in CAHRA’s beoordelen. Van bedrijven die in België actief zijn of gevestigd zijn, maar een zakelijke relatie hebben met entiteiten die actief zijn in CAHRA’s, wordt verwacht dat ze geen nadelige gevolgen hebben voor de mensenrechten of daartoe bijdragen. Het team zal specifiek kijken naar de volgende economische sectoren die actief kunnen zijn in CAHRA’s:
- Diamanten en edelmetalen
- Metalen
- Textiel
- Voedsel
- Elektronica
- Wapens
De wapensector zal meer in detail worden onderzocht, waarbij bindende en niet-bindende regelgevings- en beleidskaders zullen worden vastgesteld, evenals hiaten in de uitvoering en de handhaving. Een steekproef van 10 Belgische bedrijven zal worden getoetst aan de UNGP’s.
Beschikbare publieke documenten van bedrijven, vakbonden en multi stakeholderinitiatieven zullen worden geanalyseerd, evenals CSO-rapporten en mediaberichten over Belgische bedrijven die in CAHRA’s actief zijn. Interviews met de belangrijkste stakeholders zullen de gegevensverzameling aanvullen. Bijkomende informatie kan ook worden verstrekt door contact op te nemen met het team via: info@nationalbaselineassessement.be.